Bijlage 1 Planningsnorm korfbal NOC*NSF 2014
C.2.1.5 Korfbal
Korfbal werd van oudsher beoefend op natuurgras. Rond 1985/1990 is een begin gemaakt met de realisatie van de eerste kunstgrasconstructiekorfbalvelden en momenteel hebben ca. 350 van de bij het KNKV aangesloten korfbalverenigingen de beschikking over één of meer van dergelijke velden. Het accommodatiebeleid van het KNKV is duidelijk gericht op het spelen en trainen op kunstgras. Verenigingsondersteuning rond dit thema staat dan ook in het teken van de overgang van natuurgras naar kunstgras.
Wedstrijden van seniorenteams en teams A, en B-jeugd (14 jaar en ouder) geven dezelfde belasting voor het speelveld. Wedstrijden van C en D-jeugd (10 tot en met 13 jaar) en E en F-jeugd (6 tot en met 9 jaar) geven een minder zware belasting, zowel door de kortere wedstrijdduur als de lagere bespelingsintensiteit. Hierdoor kunnen niet alle teams als gelijkwaardig worden beoordeeld. Men heeft een seniorcompetitieteam (ook wel normteam genaamd) op een BelastingsCoëfficiënt van 1,0 gesteld en de overige teams afhankelijk van de door hen veroorzaakte gemiddelde bespelingsschade, rekening houdend met de tijdsfactor, daaraan gerelateerd.
Zandkunstgrasvelden
Een zandkunstgras korfbalveld kent voor de korfbalsport minder beperkingen in de bespeling, dan een natuurgrasveld. Wat wel geldt is dat met een veldafmeting van 40 x 20 meter de belasting, vooral rondom de korf zeer hoog is en daardoor extra aan slijtage onderhevig is. Daarnaast gelden een aantal organisatorische beperkingen, zoals competitieplanning en trainingsruimte. Door veranderingen in de competitieopzet (jeugdwedstrijden met 4 spelers i.p.v. 8 spelers) moeten er aanzienlijk meer wedstrijden worden gepland. Rekening houdende met de bovenstaande argumenten moet worden uitgegaan van een benodigde veldcapaciteit voor de vereniging van 2 kunstgrasvelden met een bruto afmeting van 44 x 24 meter. Dit betekent dat de totale oppervlakte van de speelvelden een bruto afmeting heeft van 48 x 44 m2. Voor kleine verenigingen met minder dan 100 leden bestaat de bijzondere mogelijkheid om een kunstgrasveld aan te leggen met een bruto afmeting van 44 x 28 meter.
Theoretisch kunnen op zaterdag op een zandkunstgrasveld vijf en op zondag vier senioren- of juniorenwedstrijden worden gespeeld. Een tweetal overwegingen geeft echter aanleiding om van een meer genuanceerde planningsnorm uit te gaan.
- Er is altijd sprake van een onevenwichtige verdeling tussen de op zaterdag en zondag gespeelde senioren- en jeugdwedstrijden.;
- Het is nagenoeg onmogelijk een competitierooster op te stellen met elke week een gelijk aantal uit- en thuisspelende competitieteams.
De planningsnorm voor korfbal op zandkunstgrasvelden is voor verenigingen die uitsluitend op zaterdag spelen veertien (14) en voor verenigingen die op zaterdag en zondag spelen eenentwintig (21) normteams per 2 speelvelden van 44 x 24 meter.
Schema
Grasvelden
Veldkorfbal wordt gespeeld op een veld van 40 x 20 meter met een obstakelvrije uitloop van 2 meter rondom het speelveld. Uitgangspunt voor een korfbalvereniging is het beschikbaar hebben van minimaal 2 velden van 40 x 20 meter. Omdat de bespeling van een korfbalveld zeer intensief is, met name rond de korven, moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid de velden in zijwaartse richting te kunnen verplaatsen. Uitgaande van de mogelijkheid elk veld afzonderlijk met twee keer met 5,0 meter te verplaatsen bedraagt de brutomaat van het gehele veld 68 x 44 meter. Voor het bewerkstelligen van deze verschuivingen wordt met een losse belijning gewerkt.
Een kwalitatief goed aangelegd en goed onderhouden speelveld laat een bespeling van drie wedstrijden per week toe.
De planningsnorm voor korfbal op natuurgras bedraagt 8 normteams per weekeinde per speeloppervlakte met een bruto-maat van 68 x 44 meter.
Planningsnorm trainingsvelden
Voor trainingsvelden geldt dat de afmetingen van een trainingsveld, rekening houdend met de bespelingsschade rond de korven, overeen dienen te komen met de bruto-afmetingen van een wedstrijdveld.
Uitgaande van gemiddelde omstandigheden en de aanwezigheid van een verlichtingsinstallatie kan als planningsnorm worden aangehouden: per drie wedstrijdvelden één specifiek daartoe aangelegd en onderhouden trainingsveld met de afmetingen van bruto-speelveld. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen complexen met een, twee of drie wedstrijdvelden. Voor de complexen met vier tot zes benodigde wedstrijdvelden wordt uitgegaan van twee trainingsvelden met de afmetingen van een brutowedstrijdveld, etc.