Jeugdleden op training laten fluiten gouden greep
Een wachtlijst van jeugdleden, die niet kunnen wachten tot ze een wedstrijd mogen fluiten. Bij KV CSL is dit het geval, nadat enkele jaren geleden bij de jeugd het zelf fluiten op trainingen werd geïntroduceerd. Tijd voor een aantal vragen aan Tiemen Hansma, lid van de werkgroep arbitrage bij de eersteklasser uit Britsum.
Wanneer zijn jullie gestart met een nieuwe arbitrage-aanpak?
“In 2018 zijn René Radersma, Auke Wiering en ikzelf gestart met de werkgroep arbitrage binnen CSL. Het kwam op dat moment namelijk wel eens voor dat een vrijwilliger niet op kwam dagen voor het fluiten van een eigen jeugdwedstrijd. Ook merkten we dat arbitrage geen positief imago had en er dus ook weinig animo was om te fluiten.”
'We hebben bewust gekozen het fluiten van jeugdwedstrijden niet verplicht te maken voor jeugdleden'
Wat hebben jullie vervolgens in gang gezet?
“Wij hebben bewust gekozen het fluiten van jeugdwedstrijden niet verplicht te maken voor jeugdleden. Het ene jeugdlid wordt er nu eenmaal warmer voor dan een ander. Daarom zijn we gestart met jeugdleden op de training zelf laten fluiten. Bij de partij op eigen training is er altijd wel iemand over. Deze persoon kan dan onder begeleiding van de trainer voor het eerst kennismaken met het fluiten. Dit wordt ervaren als een veilige omgeving. Je kan je teamgenoot wel afbranden, maar ga er zelf maar eens staan. Het onderlinge respect bij de jeugd is groot.”
Hoe ervoer de jeugd deze verandering?
“Dit ging eigenlijk op een heel natuurlijke wijze en was al gauw helemaal gewoon. Als werkgroep moeten we goed in contact blijven met de trainers, die onze eerste ogen zijn en zien wie het leuk vinden om te fluiten. Wil een jeugdlid een volgende stap maken, dan mag er onder begeleiding een jeugdwedstrijd worden gefloten. Met een portie gezonde spanning fluit zo’n jeugdlid – we beginnen vanaf de B-jeugd - de eerste wedstrijd, zoals je ook spanning hebt bij het spelen van een belangrijke wedstrijd. In het afgelopen jaar was het zo succesvol dat jeugdleden zich spontaan aanmelden als jeugdscheidsrechter. Het jeugdlid bepaalt in welk tempo het gaat in overleg met de verenigingsbegeleider. Voelt hij of zij zich comfortabel om bijvoorbeeld een achttal te gaan fluiten, dan gaan we dit faciliteren, maar ook weer in eerste instantie onder begeleiding.”
Wat is het resultaat van jullie aanpak en hoe borgen jullie dit?
“Het resultaat is een positief arbitrage-klimaat en een lagere drempel om te fluiten. Binnen de vereniging is een cultuurverandering ontstaan. We hebben nu zelfs een wachtlijst voor jeugdscheidsrechters. Dat zegt iets over de betrokkenheid van onze jeugd, maar ook dat fluiten leuk is. De borging gebeurt in de werkgroep, maar ook door aandacht te geven aan de Week van de Scheidsrechter. Ook hebben we de ‘Geef me de vijf’ geïntroduceerd, het geven van een hand of box aan de scheidsrechter. Verder is het van belang met regelmaat de leden te informeren via de ledenvergadering. Borging is ook het doorstromen en opleiden van scheidsrechters, zodat er over een aantal jaren een stevig arbitragefundament ligt. We schenken ook aandacht aan KorfbalMasterz. Daar maken we in groepsverband een leuke avond van, waarbij ieder lid uiteindelijk met het certificaat naar huis gaat.”
Tegen welke uitdagingen liepen jullie aan?
“Door de vele aanmeldingen is het aantal begeleiders nu wat aan de krappe kant en ook is het aantal te fluiten wedstrijden eigenlijk te laag. Dat laatste komt enerzijds door het aantal jeugdteams dat we hebben, anderzijds doordat verhoudingsgewijs veel jeugdteams in het wedstrijdkorfbal spelen. Door een tekort aan eigen wedstrijden is er wel een mooie samenwerking met Mei Nocht en Wille uit Hijum ontstaan. Onze jeugdleden worden ook ingedeeld op hun jeugdwedstrijden. Een risico van te weinig wedstrijden is dat jeugdscheidsrechters weinig ritme opdoen. Verder is het doorstromen van talent naar KNKV-scheidsrechters wel een zorg. Zo wil een juniorendame dolgraag examen doen, maar door corona is er een wachtlijst ontstaan, waardoor we haar niet hebben kunnen opgeven. Tenslotte ligt er een uitdaging in het behalen van het verplichte aantal wedstrijden voor de rompregeling de komende paar jaar. Er komen nu echt goede scheidsrechters aan en hiermee hopen we dit probleem over een paar jaar te hebben opgelost.”
De scheidsrechter op deze foto is Esmee Heuver. Esmee wil komend seizoen graag gaan voor het diploma KNKV Bondsscheidsrechter. Ze wordt hierbij begeleid door verenigingsbegeleider Rinze van der Veen.
Wat wil je andere verenigingen meegeven?
“Dat de jeugdwedstrijden nu allemaal voorzien zijn van een scheidsrechter, komt omdat we er voor de jeugd geen verplichting van hebben gemaakt. De jeugd moet zich er prettig en vertrouwd bij voelen een wedstrijd te fluiten en dus is het zaak om die omgeving te creëren. Verder is het ook goed om niet te behoudend te zijn: als een jeugdlid zelf aangeeft te willen fluiten en de verenigingsbegeleider ziet ook kwaliteiten, laat een veertienjarige dan maar fluiten bij de jongste jeugd.”
Geen rolverdeling
Hansma: “We hebben binnen de werkgroep arbitrage geen onderscheid gemaakt in functierollen. We doen dit met z’n drieën. Hoe de jeugd dit oppakt geeft ons ontzettend veel energie en motivatie de ingeslagen koers voort te zetten.”
Eye opener
Hansma: “We hebben geleerd dat er in potentie zeer goede jeugdscheidsrechters rondlopen binnen CSL. Dat was wel één van de eye openers. We hadden niet verwacht dat de jeugd dit met zoveel enthousiasme zou oppakken. Beginnen met fluiten op je eigen training werkt echt drempelverlagend.”
Britsum en Stiens
De roots van CSL, dat zo’n tweehonderd leden telt, liggen in het Friese Britsum. Het zaalseizoen speelt CSL in Stiens, waar ook de grootste aanwas vandaan komt. CSL heeft als ambitie om in elke jeugdcategorie twee teams op de been te brengen en wil graag een vereniging zijn waar ieder op zijn eigen niveau tot zijn recht komt. De laatste jaren zijn meerdere CSL-teams aanwezig in het wedstrijdkorfbal, werd enkele malen een NK bereikt en in 2017 wist CSL D1 Nederlands kampioen te worden.