Van bondscoachwens tot ontwikkelingsdoelen
Drie jeugdtrainers, drie belevenissen, drie verhalen. Dana Vos (DSC), Quinty Gulinck (DSO Alkmaar) en Alain ter Horst (SKF) vertellen over hun trainerservaringen, -doelen en -ambities.
Iets terug doen voor de vereniging
Dana Vos (32) is voor het vijfde seizoen trainer van de A1 van het Eindhovense DSC, waarbij zij met verschillende trainers heeft samengewerkt. “Voor mij was het trainerschap, dat ik al vele jaren vervul binnen de vereniging en waarbij ik al verschillende jeugdteams heb getraind, niet meer dan normaal om op te pakken. Ik vond het belangrijk om iets terug te doen voor de vereniging. Dat ik uiteindelijk bij het hoogste juniorenteam ben beland, is een prachtige ervaring met onder andere de wedstrijd om het Nederlands kampioenschap veldkorfbal in 2019. Ik ben hier gekomen door te leren uit eigen ervaring en van mensen met wie ik samen heb gewerkt op trainingsgebied.”
Met veel enthousiasme stortte zij zich op een nieuw seizoen bij de junioren van DSC. “Het is mooi om te zien dat als je spelers wat hebt aangeleerd zij dat vervolgens ook uitvoeren. Een bijdrage leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van spelers vind ik daarnaast heel belangrijk. Ik ben gedreven en betrokken als trainster.”
'Een bijdrage leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van spelers vind ik daarnaast heel belangrijk'
Haar trainersambities staan op een laag pitje: “Aangezien dit het vijfde jaar is bij de junioren van DSC, wordt dit waarschijnlijk mijn laatste jaar. Wil je het namelijk goed en met toewijding doen, kost het gewoon tijd. Mijn baan en gezinsleven slokken nu ook behoorlijk veel tijd op, waardoor ik van plan ben om in ieder geval tijdelijk een stapje terug te doen.” Binnenkort maken de junioren van DSC ook de switch naar de zaal. “Daar gaan we heel zorgvuldig mee om. Door lekker te laten wennen aan de nieuwe omgeving en veel oefenwedstrijden te spelen is de overgang goed op te brengen.”
'Ik ben training gaan geven omdat ik de sport en het spel heel leuk vond en nog steeds vind'
Kippenvel
Quinty Gulinck (26) traint bij het Alkmaarse DSO de C1/C2, geeft de basics-training bij verenigingen in de regio en is één van de trainers van RTC onder 15 Amsterdam. Ze kan bogen op veel ervaring: Quinty startte met training geven toen zij 13/14 jaar oud was, bij de E1. “Ik ben training gaan geven omdat ik de sport en het spel heel leuk vond en nog steeds vind. Ook als speler help ik graag anderen en vanuit die gedachte ben ik training gaan geven. Maar ook omdat ik het belangrijk vind dat de selectie/ervaren spelers zich inzetten voor de jeugd binnen een vereniging.”
Sinds afgelopen zomer heeft zij haar diploma van de opleiding Korfbaltrainer 3 (KT3) op zak. “Mijn toekomst ligt op korte termijn bij het Regionaal Talenten Centrum (RTC) plus oudere jeugd op een hoger niveau tussen 15 en 18 jaar oud. Ik vind dat een leuke groep om mee te werken omdat ze veel zelf nadenken over het spel en de ontwikkeling snel zichtbaar is. Een juniorenploeg in de hoofdklasse, met kans op Ahoy of een seniorenploeg in de tweede -, eerste - of overgangsklasse sluit ik voor de toekomst niet uit.”’
Het leukste van training geven/coachen is voor haar de ontwikkeling zien bij spelers. “Ik ben erg van het zelf nadenken en het bedenken van oplossingen. Als ik dat terugzie bij spelers krijg ik kippenvel. Daarbij heb ik een passie voor de sport en het spel, om dat te delen met spelers is zo leuk. Dit jaar voor het eerst weer een nieuwe groep waarbij het aftasten is, wennen aan elkaar en elkaar leren kennen. De focus ligt nu vooral op plezier hebben, hard werken voor elkaar en samenwerken.”
Quinty weet wat haar typeert als trainer. “In mij zit een speler, op het gebied van fanatisme en beleving. Ik ben eerlijk, wil graag dat iedereen hard werkt en probeer daar ook op te coachen. Verder probeer ik veel vragen te stellen aan de spelers, zodat niet alles voorgekauwd wordt en ook per individu leerdoelen te stellen. Door er met plezier en energie te staan stimuleer ik de spelers. Een glimlach bij de spelers helpt dan weer voor mijn eigen plezier.”
'In mij zit een speler, op het gebied van fanatisme en beleving. Ik ben eerlijk, wil graag dat iedereen hard werkt en probeer daar ook op te coachen.'
Bondscoach worden
Alain ter Horst (22), trainer van de A1 van SKF en speler van het tweede team van de Veenendaalse vereniging, is al twaalf (!) jaar actief als trainer. “Ik heb het trainerschap bij wijze van spreken met de paplepel ingegoten gekregen. In 2010, op tienjarige leeftijd, ben ik samen met mijn vader en zusje de E’tjes van Duko gaan trainen. Vervolgens heb ik nog wat jeugdploegjes gedaan en heb de afgelopen jaren bij SKF verschillende teams getraind. Ik vond het van jongs af aan al leuk om training te geven. Zijn ambitie is duidelijk: “Ik wil later bondscoach worden. Afgelopen jaar heb ik de opleiding Korfbaltrainer 4 (KT4) afgerond, daarvoor heb ik (uiteraard) KT3 en KT2 gehaald. In de toekomst hoop ik de mastercoach van NOC*NSF gaan volgen om dan – wie weet – de opvolger van Jan Niebeek te worden. Ik wil proberen het maximale uit mijn trainersloopbaan te halen. Dat klinkt ambitieus, maar dat is nou eenmaal mijn instelling."
Alain, die ook al vier jaar actief was binnen het Regionaal Talenten Centrum (RTC) in zijn regio, voelt zich momenteel als een vis in het water als trainer van de junioren van SKF. “Ik heb deze groep nu voor het tweede jaar onder mijn hoede. Sommige spelers zijn voor het derde jaar A. Het geringe leeftijdsverschil zie ik niet als een probleem. Ik kan zowel tussen de spelers als boven de groep staan, dat is wel één van mijn trainerseigenschappen.”
'In de toekomst hoop ik de opleiding mastercoach van NOC*NSF te gaan volgen om dan – wie weet – de opvolger van Jan Niebeek te worden'
De ontwikkeling van een groep, maar ook van de individuele spelers is een belangrijk uitgangspunt in de manier van trainen en coachen die Alain voorstaat. “Waarbij we binnen een seizoen ervoor kunnen kiezen om individuele leerdoelen te bepalen. Natuurlijk streef je met elkaar naar het allerhoogste, maar talentontwikkeling en het creëren van sterke punten per individu vind ik net zo belangrijk. En plezier: als de spelers uitstralen dat zij het naar hun zin hebben, dan is mijn taak ook geslaagd. Ik wil de spelers iets bijbrengen, ben daar ook gedreven in maar die ambitie is ook gekoppeld aan het uitstralen van plezier en dat overbrengen naar de spelers.”