‘We geven studenten veel vrijheid’

Beginnen met studeren kan best spannend zijn en veel studerende korfballers weten misschien nog niet hoe ze hun studie met korfbal willen combineren. Bij de eigen vereniging blijven? Bij een (studenten)korfbalvereniging in de studentenstad gaan trainen/spelen of een dubbel lidmaatschap nemen? Als ‘reguliere’ vereniging is het belangrijk om in gesprek te gaan met leden die studeren. De redactie van het KNKV Magazine vroeg Edwin van Vugt en Naomi Stummel naar hun ervaringen.

Edwin van Vugt (36) is speler en oud-bestuurslid van het Bredase KC Terda 1. Deze ‘reguliere’ vereniging richtte vijf jaar geleden een studentengroep op om studenten meer mogelijkheden te geven. Van Vugt is hier de trainer van. “Als bestuurslid merkte ik dat studenten regelmatig korte tijd bleven. Om de aansluiting voor studenten te verbeteren hebben we toen een extra trainingsmoment voor ze ingericht. Naast de trainingen van bestaande teams konden studenten zo onderling met elkaar trainen waarbij de nadruk meer kwam te liggen op de gezelligheid.”

De studentengroep van KC Terda bestaat momenteel uit acht actieve spelers, van wie de meesten in een seniorenteam spelen. Een minderheid traint alleen bij Terda en speelt de wedstrijden bij de eigen vereniging. Van Vugt geeft aan dat Terda alle opties open houdt en onder andere de ‘strippenkaart’ geïntroduceerd heeft. “Met deze strippenkaart kunnen studenten komen trainen als ze willen, maar zitten ze niet vast aan een contributiebedrag per maand. Door de studenten naast een eigen training de mogelijkheid te geven om mee te trainen met de andere seniorenteams, merken we dat de omgang erg prettig is. Leden leren de studenten kennen en andersom.”

‘Open’

Van Vugt vervolgt: “Door de goede omgang tussen studenten en leden van onze eigen vereniging merken we dat studenten open zijn over de gang van zaken bij ons en ook hoe het bij hun eigen/vorige vereniging gaat. Hierdoor kunnen we als vereniging kijken waar en op wat voor manier we onze vereniging zouden kunnen verbeteren. Ook zien we enkele studenten die bereid zijn om vrijwilligerstaken op zich te nemen.”

Tot slot benadrukt Van Vugt dat flexibiliteit belangrijk is: “Er zijn veel redenen waarom studenten in hun studietijd willen blijven korfballen. De een wil graag zo competitief mogelijk blijven spelen, waar een ander het leuk vindt om af en toe een balletje te gooien zonder hierbij verplichtingen te hebben. We staan hier zo open mogelijk in en geven studenten veel vrijheid. De samenwerking met BRESS (Bredase Studentensportorganisatie) heeft ons veel meer in beeld gebracht bij de studenten in Breda. Samen sta je sterker dan alleen en het is voor elke vereniging goed om dergelijke samenwerkingen aan te gaan.”

Gezelligheid bij twee verenigingen

Naomi Stummel (29 jaar) is speelster van KV Wageningen 5. Ook is ze voorzitter van de Stichting Topkorfbal Wageningen, waar de selectie en A1 onder valt. Zij verhuisde op haar achttiende naar Wageningen om daar aan de universiteit te studeren. Haar eerste jaar combineerde ze het spelen bij haar thuisvereniging KIOS Ruinerwold met het trainen bij de Wageningse studentenkorfbalvereniging Débaldérin. Voor haar tweede studiejaar stapte ze van KIOS over naar KV Wageningen (toen: VADA) en bleef ze gebruik maken van een dubbel lidmaatschap. Stummel: “Vooral in m’n eerste studiejaren heb ik veel gekorfbald. Ik trainde twee keer per week bij KV Wageningen en in het weekend een wedstrijd. Daarnaast deed ik meestal nog mee met de midweek bij Débaldérin en als het enigszins te combineren was deed ik ook de training nog mee.”

Gezelligheid was voor Stummel een belangrijk onderdeel. Bij Débaldérin had ze een gezellige tijd, maar ook bij KV Wageningen waren de teams net zo gezellig: “Ik heb het geluk gehad dat ik bij KV Wageningen altijd in teams gezeten heb waar naast korfbal de derde helft ook heel belangrijk was en m’n teamgenoten mij direct hebben opgenomen als onderdeel van het team in plaats van iemand van buitenaf. Hierdoor waren de trainingsweekenden en zaterdagavonden op de club echt uitjes en was ik daar vanzelfsprekend bij aanwezig.”

Stummel speelde ook in de selectie van KV Wageningen. Soms mistte ze hierdoor etentjes en feestjes met haar mede-studenten, maar vaak kon ze het combineren. Het kwam ook wel eens voor dat ze met het tweede een wedstrijd had op zaterdag en dan zondag ook nog op de bank zat bij het eerste. “Dan ben je wel je hele weekend kwijt, maar omdat ik het zo gezellig had bij KV Wageningen heb ik dat nooit als een verplichting ervaren maar echt als een hobby.”

Stummel benadrukt tenslotte dat aansluiting bij de rest van de vereniging belangrijk is om studenten aan te trekken. “Voor verenigingen die ook graag studenten een plek willen bieden is het belangrijk dat zij in een gezellig team komen waarbij er teamgenoten zijn die in dezelfde levensfase zitten. Op die manier krijg je snel aansluiting bij leeftijdsgenoten en kan een niet-studentenkorfbalvereniging ook een toevoeging zijn van je studententijd.”

Dubbel lidmaatschap

Studenten kunnen lid zijn bij zowel de ‘thuisvereniging’ als bij een studentenkorfbalvereniging. Op deze manier kunnen studenten bij hun ‘thuisvereniging’ wedstrijden spelen en in de studentenstad trainen, wat veel flexibiliteit biedt. Bespreek als vereniging samen met het lid dit soort opties. Wil je bij jouw vereniging ook extra mogelijkheden bieden aan studenten of een studententeam opzetten? Neem dan contact op met de studentenkorfbalcommissie.

Meer weten over studentenkorfbal en de studentenkorfbalcommissie?