Competitie 2.0: de laatste stand van zaken
De ronde door Nederland om de verenigingen bij te praten over de laatste stand van zaken met betrekking tot Competitie 2.0 zit er bijna op. Tijdens de avonden namen competitiemedewerkers Moniek Voermans, Paula Wattel en Remco Winter de aanwezigen mee in de veranderingen die de komende twee seizoenen doorgevoerd gaan worden. Peter van der Terp, Hoofd Arbitrage, was daarnaast aanwezig om, samen met het publiek, de Rompregeling Arbitrage onder de loep te nemen. Was je er niet bij of wil je alles nog eens nalezen? In dit artikel nemen we je nogmaals mee in het verhaal van Competitie 2.0.
Foto: Helly Bonet
Vanaf seizoen 2024-2025
Speelgerechtigdheid
Aankomend seizoen gaat de eerste grote veranderingen rondom Competitie 2.0 in: de regelgeving rondom speelgerechtigdheid gaat op de schop. Remco Winter, Hoofd Competitie, vertelt: "De veranderingen hebben eigenlijk twee aanleidingen. Allereerst maakt de privacywetgeving het voor ons noodzakelijk om over te gaan om een andere manier van teams opgeven. Daarnaast waren de huidige regels complex en zagen we steeds vaker dat verenigingen de grenzen opzochten van wat was toegestaan. Spelers uit hogere teams inzetten in belangrijke wedstrijden werd steeds normaler. Dat wilden we niet meer."De nieuwe regelgeving heeft twee doelstellingen: flexibiliteit voor spelers en verenigingen en een eerlijke competitie. "We ontzorgen de verenigingen allereerst al op administratief gebied", licht Remco toe. "Die gaan fors afnemen, doordat er in de week voorafgaand aan de competitiestart geen opgave meer hoeft te worden gedaan in Sportlink Club. Dat moest voorheen wel en bezorgde wedstrijdsecretarissen vaak de nodige stress. Ook zijn er gedurende het seizoen geen wijzigingen meer nodig als iemand drie wedstrijden niet heeft gespeeld." Daarnaast zijn er een aantal basisregels opgesteld rondom de twee doelstellingen. Remco: "Door wedstrijden te spelen in bepaalde teams wordt een speler vanzelf beperkt om niet meer in een lager team uit te mogen komen. Een wedstrijd geldt als 'gespeeld' als een speler minimaal 75 procent van de wedstrijdduur in het veld heeft gestaan." Hij voegt toe: "De eerste drie wedstrijden die een speler speelt, mag hij of zij in alle teams uitkomen. Na die drie wedstrijden, geldt dat zodra de betreffende speler meer dan 65 procent van zijn gespeelde wedstrijden in een bepaald team heeft gespeeld, hij of zij niet meer uit mag komen in een lager team. Wel mag je altijd spelen in het team waarin je de voorgaande speelweek hebt gespeeld. Ook uitkomen in een hoger team is natuurlijk altijd toegestaan."
"Om de flexibiliteit voor verenigingen te waarborgen, hebben we een aantal uitzonderingen op deze regels", zegt Remco. "Tot ¾ van het betreffende competitiedeel mogen in elk team twee willekeurige spelers uit het naastgelegen hogere team uitkomen. Ook geldt dat wanneer teams in dezelfde klassen spelen, de spelers altijd in elkaars team uit mogen komen. Spelers die behoren tot het laagste team in het wedstrijdkorfbal mogen allemaal uitkomen in het breedtekorfbal." Ingewikkeld? Een beetje wel, dat beaamt Remco. "Daarom hebben we in de aanloop naar deze veranderingen heel veel gesprekken gevoerd met Sportlink. Zij hebben met ons meegedacht en vanaf komend seizoen kun je in het digitaal wedstrijdformulier (DWF) dan ook zien of het team dat je voor een wedstrijd opgeeft correct is. Staat er een speler in die eigenlijk niet mag spelen? Dan komt daar een rood kruisje bij te staan." Lachend voegt hij toe: "Verenigingen hoeven zelf dus niet met de rekenmachine aan de slag te gaan. Dat doet Sportlink voor je, zodat het eigenlijk niet mis kán gaan." Om de nieuwe regels rondom speelgerechtigdheid makkelijk te maken, heeft het KNKV een 'eenvoudige' uitleg ontwikkeld, in duidelijke taal en met verhelderende voorbeelden. Die vind je door te klikken op de afbeelding hieronder. Remco sluit af: "De komende periode zullen we de verenigingen nog meer tools aanreiken, zodat zij dit verhaal ook richting hun achterban kunnen brengen."
Vanaf seizoen 2025-2026
Competitie 2.0
Niet aankomend seizoen, maar een seizoen later, zullen er nog een aantal ingrijpende veranderingen plaatsvinden. "We gaan werken met nieuwe benamingen om de categorieën aan te duiden. De termen 'wedstrijdkorfbal' en 'breedtekorfbal' worden vervangen door 'A-categorie' en 'B-categorie'", legt competitiemedewerker Paula Wattel uit. "Een andere belangrijke verandering is het werken met 'bandbreedtes' in de B-categorie, in plaats van de huidige vaste leeftijdsgrenzen. Dat betekent dat teams worden ingedeeld met een maximaal leeftijdsverschil (de ‘bandbreedte’) tussen de jongste en de oudste speler. Bij viertallen is dat verschil maximaal twee jaar en bij achttallen drie jaar." Ook dit biedt verenigingen de kans om hun teams flexibeler in te delen. "Een kind dat is blijven zitten kan zo bijvoorbeeld toch met zijn of haar klasgenootjes korfballen. En iemand voor wie het qua ontwikkeling niet goed is om al door te stromen naar een hoger team, kan hierdoor op zijn eigen niveau doorgroeien." Hoe dit nieuwe systeem eruitziet, is te zien in onderstaande visual.
Het werken met bandbreedtes heeft als gevolg dat de leeftijdscategorieën zoals we die nu kennen, vervallen. "Dus geen A-, B-, C-, D-, E- en F-jeugd meer", zegt Paula. "We gaan de poules indelen op basis van sterkte-indicatie, gemiddelde leeftijd en reisafstand. Dit betekent dat teams met een gemiddelde leeftijd van 8,9 jaar en 9,1 jaar nu wél bij elkaar ingedeeld kunnen worden, waar dat eerder niet kon.” De combinatie van sterkte-indicatie en gemiddelde leeftijd bepalen ook de korfhoogte, het balformaat en het wisselen van vak in een poule. "Om daar wel een onderscheid in te maken, werken we met een kleurensysteem. Ook krijgen jeugdteams uit de B-categorie net als de huidige seniorenteams een nummer, dat bepaald wordt aan de hand van de gemiddelde leeftijd." In de A-categorie zijn er ook veranderingen. "Ook hier vervallen de letterbenamingen voor de teams. We gaan hier dezelfde categorieën gebruiken als internationaal: U19, U17 en U15. We werken niet met een U13-categorie, omdat talentherkenning op deze leeftijd nog niet goed mogelijk is." Ze voegt toe: "Dat betekent dus ook dat er geen leeftijdscompensatie meer mogelijk is, omdat we werken met een uiterst geboortejaar." Ook de P/D-regeling voor de A-categorie wordt aangepast. "De belangrijkste verandering is de invoering van wildcards", aldus Paula. "Het aantal degradanten verdubbelt, terwijl het aantal promovendi ongeveer gelijk blijft. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat in de zaalcompetitie de nummers 5 tot en met 8 uit een poule degraderen, terwijl er maar maximaal twee teams rechtstreeks promoveren. De plekken die vrijkomen, vullen we in met wildcards, die verenigingen aan kunnen vragen en we aan de hand van de sterkte-indicatie vergeven. Een wildcard kan dus ook naar een degradant gaan." De veldcompetitie zal een zelfde structuur krijgen. "Al met al een boel veranderingen, en dan heb ik nog niet eens alles uitgebreid benoemd en uitgelegd", zegt Paula. "Om het voor verenigingen toch behapbaar te houden, hebben we een duidelijke samenvatting geschreven. Ook komen we, net als rondom speelgerechtigdheid, nog met video's en visuals die de nieuwe regels verduidelijken. Zo ondersteunen we de verenigingen bij een succesvolle implementatie."
Rompregeling Arbitrage
Het laatste onderdeel van de Competitie 2.0-avonden, was de Rompregeling Arbitrage. "De Rompregeling Arbitrage is ooit in het leven geroepen om zoveel mogelijk wedstrijden in wedstrijd- en topkorfbal van neutrale scheidsrechters te voorzien. In principe houdt dit in dat je voor elke thuiswedstrijd die neutraal gefloten wordt ook 'buiten de deur' wedstrijden moet fluiten. Doe je dat niet? Dan volgen er financiële of zelfs sportieve sancties. Boetes dus, of punten in mindering", legt Peter van der Terp, Hoofd Arbitrage binnen het KNKV uit. Hij voegt toe: "De huidige regeling is actief sinds het seizoen 2016/2017. We vinden het daarom tijd om de regeling te evalueren en waar nodig te vernieuwen en daarover zijn we met de verenigingen in gesprek gegaan tijdens de ronde door Nederland." Daarbij werden de verenigingen vooral ook zelf aan het nadenken gezet. "Ik vroeg de aanwezigen wat ze in een nieuwe regeling graag willen behouden, wat juist niet en welke nieuwe ideeën ze hebben", vertelt Peter. "In groepjes gingen ze daarover nadenken en zo ontstonden er uiteindelijk veel interessante reacties. Zo kwam er een groepje met het idee van een 'Scheidsrechtersdiploma in één dag'. Ook werd er geopperd of er wellicht mogelijkheden zijn om jonge scheidsrechters langer bij hun eigen verenigingen te laten fluiten."
"Nadat de verenigingen zelf na hadden gedacht, hebben we ook de visie van het KNKV toegelicht", vertelt Peter. "Wij willen er naar toe dat we verenigingen die alles op het gebied van arbitrage op orde hebben, of voortuitgang tonen, daar ook voor beloond worden. Lever je bijvoorbeeld te weinig scheidsrechters, maar zijn het er wel meer dan vorig jaar? Dan verlichten we de sanctie ten opzichte van een jaar eerder. En heb je het afgelopen jaar voldaan aan de volledige verplichting? Dan krijg je in beginsel neutrale scheidsrechters toegewezen bij jouw thuiswedstrijden." Deze ideeën zijn nog niet in beton gegoten, maar Peter merkte dat ze goed werden ontvangen tijdens de avonden in het land. "Verenigingen zien zelf ook wel dat er iets moet gebeuren, maar het gevoel van urgentie moet nog groeien. Hopelijk kunnen we komend seizoen de puntjes op de i zetten en is er in het seizoen 2025-2026 een nieuwe rompregeling."
Foto: Jeroen van den Berg