SKF maakt werk van arbitrage

' De begeleiding helpt enorm om de acceptatie en motivatie van arbitrage te stimuleren'

Het Veenendaalse SKF beschikt over veel en betrokken vrijwilligers, die de vereniging goed draaiende houden. Tot voor kort was het organiseren van voldoende scheidsrechters nog een opgave, maar ook hier heeft de hoofdklasser een passende werkwijze voor gevonden. Jetske ten Caat en Rob Hagoort houden zich hier binnen de vereniging mee bezig en geven tekst en uitleg.

SKF wilde voldoen aan alle doelstellingen op het gebied van arbitrage, zo trapt Ten Caat af. “Binnen SKF wilden we alle wedstrijden van een scheidsrechter voorzien, maar ook voldoen aan de norm om bij andere verenigingen duels te leiden.”

Eerst viel de vereniging hiervoor terug op slechts enkele personen. Ten Caat: “Zij deden dat hartstikke goed en vonden het ook leuk, maar het was als vereniging zaak om hier een bredere basis voor op te bouwen.”

Bijdrage

Het tweetal legt uit dat korfballen bij SKF niet alleen maar trainen en wedstrijden spelen is. Daar horen ook activiteiten bij als coachen, training geven, bar- en zaaldiensten draaien en dus ook wedstrijden fluiten. Ten Caat: “Jij bent immers ook altijd blij en dankbaar dat er voor jou een scheidsrechter klaarstaat om je eigen wedstrijd te fluiten. Alleen consumeren is bij SKF niet de bedoeling en we verwachten van elk lid een bijdrage in de taken.”

Om te zorgen dat al die taken vervuld worden heeft SKF een onderscheid gemaakt tussen verenigings- en vrijwilligerswerk. Het draaien van zaaldiensten, bardiensten en het fluiten van wedstrijden valt onder verenigingswerk. Hagoort: “We verwachten dat ouders van kinderen onder de zestien jaar en spelende leden ouder dan zestien hieraan bijdragen. Verenigingswerk hoort dus bij het lidmaatschap van SKF. Andere taken zoals het coachen van een team of bijdragen aan een commissie schalen we onder vrijwilligerswerk.”

Teams indelen

Om alle wedstrijden te voorzien van een scheidsrechter deelt SKF de teams in op de wedstrijden. Zo fluit de B-jeugd de F’jes, de A-jeugd de E’tjes etcetera. Ten Caat: “Je bent als team verantwoordelijk voor het verdelen van het verenigingswerk over de spelers. Naast het fluiten van wedstrijden word je als team ook aangewezen om een aantal bar- en zaaldiensten in te vullen. De spelers hebben dus keuze, daarmee bereiken we dat de meest gemotiveerden kiezen voor het fluiten van een wedstrijd.”

Om de jeugd niet direct in het diepe te gooien, is er begeleiding aanwezig bij de wedstrijd. Hagoort: “Deze begeleiders zijn er om de scheidsrechters ter zijde te staan en te coachen. Ze geven de scheidsrechters tips en helpen als bijvoorbeeld de ouders of coaches, de scheidsrechter van commentaar voorzien. Deze begeleiding helpt enorm om de acceptatie en motivatie van arbitrage te stimuleren.”

Bij een eerste wedstrijd van een scheidsrechter is sowieso altijd een begeleider aanwezig. Hagoort: “We noteren ook het een en ander, zodat we een goed beeld krijgen van onze jeugdscheidsrechters. Zo heeft de een wat meer begeleiding nodig en ontdekken we ook arbitragetalent, dat we aanmoedigen om na te denken over vervolgstappen, zoals het volgen van een opleiding of het fluiten buiten SKF.”

Oplossing vanuit breder probleem

De genoemde indeling in verenigings- en vrijwilligerswerk is ontstaan uit een breder probleem dan alleen arbitrage en is enkele jaren geleden opgezet door een groepje van vier personen, met elk verschillende kwaliteiten. Zo was de een goed in het maken van roosters en de ander in het benaderen van mensen. Hagoort: “Het heeft ons ook enkele jaren gekost om verenigingswerk in de cultuur van SKF te krijgen en dat het nu als normaal gezien wordt dat je als team aangewezen wordt om te fluiten.”

Ten Caat vult aan: “Het is een continu proces, waarbij we nu nog altijd willen doorontwikkelen. Het ontbreekt nu bijvoorbeeld nog aan vrouwelijke rolmodellen op de vereniging. Het zou heel mooi zijn als we een aantal vrouwen actief kunnen krijgen als begeleider van scheidsrechters.” Verder merken Ten Caat en Hagoort dat het nog wel moeilijk is om degenen die fluiten echt heel leuk vinden, ook actief te krijgen buiten de vereniging. Ten Caat: “Met name omdat zij zelf vaak ook nog spelend lid zijn. We willen in de toekomst inzetten op teambuilding en het opleiden en professionaliseren van onze arbitragepoule.”

Advies aan andere verenigingen

SKF telt ruim vijfhonderd leden en heeft voor het verenigings- en vrijwilligerswerk dus een grote vijver om uit te vissen. Aan kleinere verenigingen adviseert Hagoort om te kijken naar samenwerking in de regio, met bijvoorbeeld buurtverenigingen. “Daarmee help je scheidsrechters van die vereniging het fluiten op onbekend terrein.”

Ten Caat vult aan: “Ook kun je al heel eenvoudig de eerste stappen zetten door alle jeugdtrainers een fluitje te geven, zodat ze tijdens een training zelf kunnen fluiten of het fluitje aan een speler of speelster kunnen geven.” Verder is het volgens haar zaak om gewoon te beginnen. “Wacht niet op een groot uitgeschreven arbitrageplan, maar start bijvoorbeeld met het begeleiden van je jeugdscheidsrechters op zaterdagochtend of met het aanwijzen van teams als scheidsrechters. Dan krijgt het vanzelf vorm.”

Tot slot wil het duo meegeven dat het KNKV veel passende ondersteuning kan bieden. Ten Caat: “Denk aan opleidingen, informatievoorziening of advies. Daar hebben we als SKF echt veel aan gehad.”

Speelt Korfbal Fair

Met de beschreven aanpak streeft SKF ernaar dat elk lid een keer een wedstrijd heeft gefloten. Ten Caat: “SKF staat voor ‘Speelt Korfbal Fair’. Door mensen zelf te laten fluiten, verwachten we sportief gedrag terug te zien tijdens de eigen wedstrijden.”

Arbitrale opleidingen

Om ervoor te zorgen dat elke wedstrijd een begeleide en opgeleide scheidsrechter heeft in een sociaal veilige sportomgeving heeft het KNKV een aantal arbitrale opleidingen.