Ahoy lonkt en dat betekent extra spanning én fanatisme
De ‘grande finale’ van het zaalkorfbalseizoen, de eindstrijd in de Kenonz Korfbal League in een uitzinnig Ahoy op 15 april, lonkt. Om in het Rotterdamse walhalla te belanden, moet eerst de voorlaatste horde – de play-offs – genomen worden. De opponenten Michelle van Geffen (Fortuna/Delta Logistiek) en Barbara Brouwer (DVO/Transus) en de tegenstrevers Jelmer Jonker (PKC/Vertom) en Julian Frieswijk (LDODK/Rinsma Modeplein) beleven die wedstrijdenreeks elk op hun eigen wijze.
Michelle van Geffen
(Fortuna/Delta Logistiek)
“Van Fortuna wordt jaarlijks verwacht dat het om de prijzen speelt en finales haalt. Maar om daar te kunnen komen, moeten we met elkaar de eerste achttien wedstrijden wel goed presteren, waardoor het geen vanzelfsprekendheid is om er te staan. Dat geldt ook voor mij persoonlijk: het is een lange en soms moeilijke weg geweest om te komen tot waar ik nu sta: tussen absolute topspelers, die al zoveel in hun korfballoopbaan hebben meegemaakt en heel veel prijzen hebben gewonnen. Dat maakt het ook weer bijzonder om, na twee juniorenfinales met PKC en twee basisoptredens bij Fortuna in de zaalfinale, in de play-offs te staan. Dat levert bij mij ook extra spanning op, maar daar heb ik mee leren omgaan.
'De play-off fase levert bij mij ook extra spanning op, maar daar heb ik mee leren omgaan.'
Binnen de vereniging merk je dat alles richting de finale meer gaat leven, net als binnen de spelersgroep. Alles gaat net weer een tandje feller en scherper, zeker ook omdat we de laatste competitiewedstrijd verloren. En na de eerdere twee ontmoetingen met DVO in de competitie, die allebei spannend waren tot de laatste seconden, wilden we de tegenstander in de play-off niet weer de gelegenheid gegeven in de wedstrijd terug te keren. Dat lukte, dus in Ahoy staan, is nu weer een stap dichterbij. Mijn laatste goal in de eerste play-offwedstrijd tegen DVO vanaf de middenlijn, dat was wel een mooi slotstuk. Ik dacht: wat Olav (van Wijngaarden, red.) kan, dat kan ik ook!”
Barbara Brouwer
(DVO/Transus)
“Na Dalto en TOP/IAA Fresh uit Sassenheim is DVO de derde club waarmee ik in de play-offs sta. En na geel-zwart en rood-wit is het ook in het groen-wit speciaal om dat weer te mogen beleven. Zeker ook omdat het spelen van de play-offs voor de vereniging DVO nog tamelijk nieuw is. Vorig jaar was dat voor het eerst, maar na een aangepaste competitie. Nu heeft de selectie over een heel seizoen van achttien wedstrijden bewezen bij de vier beste ploegen van Nederland te horen. En dan is er natuurlijk ook de droom, het verlangen en het fanatisme om de volgende stap te maken: de finale halen en de titel te winnen. Maar dat gaat niet in één keer. Voor PKC en Fortuna is het ‘gewoon’ dat er om titels gespeeld wordt, DVO wil dat ook graag.
Ik heb na vorig seizoen, toen ik het plezier in de sport ook een beetje kwijt was, de stap gemaakt omdat ik mijn steentje wilde bijdragen aan het traject waarin DVO zich bevond. Ik heb zaalfinales gespeeld, maar natuurlijk heb ik nog gezonde spanning voor dit soort wedstrijden. En ik heb niet wakker gelegen voor en na de eerste wedstrijd tegen Fortuna. De eerste twee wedstrijden in de zaal waren heel close tegen die ploeg. Fortuna heeft echter spelers met ervaring, die op de belangrijke momenten kunnen excelleren. Als daar dan een heel matig DVO tegenover staat, dan is het grote verschil te verklaren. Ook ik kon geen bijsturende rol spelen. En omdat het geen ‘close call’ was, weten we met elkaar dat het voor de tweede wedstrijd veel beter moet als we nog kans willen maken op Ahoy.”
'Ik heb zaalfinales gespeeld, maar natuurlijk heb ik nog gezonde spanning voor dit soort wedstrijden.'
Jelmer Jonker
(PKC/Vertom)
“Al ruim voor het einde van de reguliere competitie waren wij verzekerd van een plek in de play-offs, waardoor in de laatste vier wedstrijden de druk en de spanning er voor ons af was. Dat zag je ook terug in de laatste competitiewedstrijd die we verloren bij Blauw Wit. We misten op dat moment scherpte. Juist in de wedstrijdenreeks tegen de concurrenten Fortuna, DVO, LDODK en KZ hebben we bewezen dat we klaar waren voor de play-offs. We speelden geconcentreerd, verdedigden goed en bewezen de goede vorm.
'De eerste klap is uitgedeeld, maar de klus is nog niet geklaard!'
Na mijn overstap van DOS’46 naar PKC ben ik gewend geraakt om met deze club voor de prijzen te spelen en daar hoort het doorstaan van de play-offs logischerwijs dan ook bij. Ik ben een echte publieksspeler en hou ervan om in hallen met veel publiek te spelen. Dat maakt adrenaline en meer spanning los, maar ik geniet er wel van. Dat was lastiger in de coronaperiode, toen de strijd om de landstitel wel doorging, maar we de play-offs en zaalfinale zonder publiek moesten spelen. Nu heb ik er nog veel meer zin in, omdat alles weer kan. Voor ons is het einddoel duidelijk: de zaalfinale halen en winnen. Vorig jaar heb ik in Ahoy mogen staan, maar dat eindigde door de nederlaag tegen Fortuna in een teleurstelling.
We hebben de draad in de week naar de eerste play-offwedstrijd tegen LDODK weer goed opgepakt, de focus was goed. LDODK heeft ons in de reguliere competitie één keer verslagen. We wisten en weten dat die ploeg hoge pieken met diepe dalen kan afwisselen. Mijn voorbereiding op vrijdagavond was anders dan anders, omdat ons tweede team de kruisfinale in Amsterdam tegen Blauw-Wit speelde en we met een groepje de wedstrijd zijn gaan bekijken. Een dag later hebben we de eerste klap uitgedeeld, maar de klus is nog niet geklaard!”
Julian Frieswijk
(LDODK/Rinsma Modeplein)
“Voor LDODK is het spelen van de play-offs, anders dan voor Fortuna, PKC en DVO. Waar dat voor deze clubs de laatste jaren gewoonte is geworden, is het voor LDODK niet vanzelfsprekend. We zitten tegen de top-vier aan. We hadden gehoopt die stap overtuigender te maken, maar hebben veel pech gehad met blessures. We misten Marjolijn Kroon en Erwin Zwart een lange periode en een actie van mijzelf (tegen KCC, red.) leverde daarnaast nog vier wedstrijden schorsing op. Daarom is het knap dat we toch de play-offs hebben gehaald, maar we willen een stabiele ploeg in de top-vier worden. Daarvoor moet onze ondergrens omhoog. Tot en met de voorlaatste speeldag was het spannend of we de play-offs zouden halen en was er bij ons door wisselende opstellingen ook veel druk én en onzekerheid. De play-offs halen is geen prijs: als je later gestopt bent, wil je je herinneren dat je voor de prijzen hebt gespeeld en Ahoy hebt gehaald, want dat is een stukje geschiedenis. Ik hoop dat ik dat nog mee kan maken.
'De play-offs halen is geen prijs: als je later gestopt bent, wil je je herinneren dat je voor de prijzen hebt gespeeld en Ahoy hebt gehaald'
Het spanningsveld van een play-offwedstrijd is anders: ik leef voor dit soort duels, hier korfbal je voor. En als je dan in de PKC-hal staat en je hoort door het vele lawaai in de hal je teamgenoten niet, dan weet je: de play-offs zijn begonnen. Vanwege mijn eigen doelpunt in Papendrecht tegen PKC zal ik in ieder geval blijvend herinnerd worden aan de play-offs van dit jaar. Ik tikte de bal voor de handen van tegenstander Olav van Wijngaarden weg. Ik dacht nog: ‘die is lekker, want hij is los’. Maar ik zag die bal gaan en dacht toen: 'die kan er nog wel eens in vliegen'. Het was typisch zo’n wedstrijd dat zoiets kon gebeuren. Ik kon er ook wel een beetje om lachen, want de wedstrijd was op dat moment al gespeeld.”